Het geheugen van de kasseien
De nachtelijke gastvrijheid situeert zich in Home Sint-Jozef aan het begin van de Hoogstraat die uitgeeft op de Marollen. ‘Op wat hoor ik U zeggen? De Marollen? Pfff…’
De woorden komen uit de mond van een ancien uit de buurt. En hij doet er nog een laagje bovenop:
‘Alles is naar de botten, de Marollen, c’est fini. Vroeger spraken we vanuit onze ramen met de buren. Iedereen kende iedereen. Al van ’s ochtends roken we de geur van gebakken ajuinen. De deuren bleven dag en nacht open. De kinderen speelden tot laat ’s avonds in de straat,… Wij herkennen de buurt niet meer. De Marollen dat is gedaan, … en het Vossenplein? Dat zijn nog enkel vreemdelingen die hun bazaar verkopen…’
Ik ben Frans tegengekomen. Nen echte! ’s Morgens heeft hij de gewoonte om zijn koffie te drinken in café ’Au Père Tranquille’. Hij biedt me een pintje aan. Het is halftien. Ik zal een koffie nemen, merci.
‘Allez, passe-moi l’assembak!’
Te laat, de as van zijn peuk valt op zijn krant La Dernière Heure.
Een chance dat de koers nog bestaat. En over een maand is het het begin van de Mundiale.
Kinderen spelen in de Vossenstraat op dezelfde kasseien waar Frans en zijn maatjes 65 jaar geleden ravotten. 50 jaar en twee generaties scheiden hen. Een beetje verder, ook op de kasseien gezeten en aan de blikken onttrokken zit een jong homo-koppel innig verstrengeld.
Een fijnbesnaard oor dat zich tegen de stenen aan zou drukken zou misschien in staat zijn het geheugen van deze stenen te capteren. En ik ben er niet eens zeker van of de Marollen van Frans de enige zouden zijn die hun bestaansrecht zouden opeisen.