In het hol van de anarchistische strijd
Net op het moment dat ik dacht deze keer echt een nacht op straat te moeten doorbrengen, ontmoette ik hen…
Ik had me al mentaal voorbereid op het feit dat ik uiteindelijk toch niet elke avond zoveel geluk zou hebben een slaapplek te vinden. Nochtans had ik verschillende pistes uitgedokterd om een veilig onderdak op de kop te tikken. Een deel van de namiddag heb ik in een grote Turkse moskee in laag-Sint-Joost vertoefd. Toen het gebed begon, druppelden de gelovigen binnen en knielden achter de imam. Ik bleef achteraan in de indrukwekkende zaal. Net voor het gebed leek een man me onder zijn vleugels genomen te hebben, hij had gezegd me te helpen. Ik was dus vol vertrouwen.
Na het gebed nam hij me mee op sleeptouw door de straten van Sint-Joost en vroeg me wat mijn project precies inhield. Twee straten verder draaide hij zich opeens om en zei dat hij me niet kon helpen. Hij liet me zonder meer achter. Waarom had ik me laten wegleiden uit de moskee waar ik meer kans had om een gastvrije ziel te vinden? Ik had er stevig de pest in, maar soit.
19u gepasseerd en ik stond nog altijd met lege handen op straat. Geen enkele piste schoot meer over, behalve die van de open geest. En toen botste ik een paar straten verder op een kunstenaarscollectief. Een van hen tipte me een kraakpand in het centrum. Vol goede moed trok ik er naar toe.
Een goed kwartier later bevond ik me op één van de meest onbestemde plekken van de stad. Verspreid over 7 verdiepingen leven een zestigtal krakers in een gebouw dat getransformeerd is tot hoofdkwartier van de strijd tegen de gevestigde orde. De groep vormt een autonome beweging. Al snel maken enkele bewoners me duidelijk dat ik geen vragen te stellen heb. In ruil daarvoor kan ik tijd met hen doorbrengen. Ik heb de indruk dat ik in een post-apocalyptische context terechtgekomen ben waar de overblijvers hun overleven te danken hebben aan de strijd die ze voeren tegen uiteenlopende vijanden. Elke hoek van de muren die hun bastion vormen, is volgeklad met tags die aan deze strijd herinneren. Opeens denk ik terug aan de man die me achtergelaten had bij de moskee. Misschien had ik hém wel moeten uitnodigen om mij te volgen…